Marja | Intern Begeleider

Hoe lang ben je al werkzaam bij ons?

“Poeh even nadenken… sinds 1997! Gestart op de Schapendel en ik ben hier nog steeds met veel plezier aan het werk.”


Altijd al in het onderwijs gewerkt?

“Toen ik mijn diploma op zak had, was er geen vaste baan te vinden. Ik kwam in 1981 van school en toen was er duidelijk geen tekort. Als leerkracht was het heel lastig om aan de slag te gaan. Wel heb ik direct invalwerk gedaan op verschillende scholen, veelal éénpitters nog. In Haarlem heb ik vervolgens RT-werk opgepakt en heb ik voor de klas gestaan. Na het zoveelste zwangerschapsverlof dat ik opving, was ik er stiekem wel een beetje klaar mee. Ik wilde zó graag een eigen, vaste plek dat ik besloot het onderwijs te verlaten.”

 

Hoe zag jouw loopbaan er daarna uit?
“Het AZL zat te springen om werknemers en daar heb ik 16 jaar ondersteunend werk gedaan. Van administratief medewerker tot de rechterhand van een hoogleraar. Daarna ben ik aan de slag gegaan bij een accountantskantoor, waar ik administratieve werkzaamheden op locatie uitvoerde. Toch was ik blij dat de nood in het onderwijs hoger werd en ik mijn, toch wat eenzijdige werk, vaarwel kon zeggen. Ik vond het weer heerlijk om aan de slag te gaan als leerkracht en startte met invalwerk in Wassenaar. Het onderwijs zit gewoon in mijn bloed, denk ik.

Op een gegeven moment kwam ik terecht op de Schapendel en mocht ik de rugzakleerlingen begeleiden. Dat heette toen zo. Ook viel ik in voor verschillende groepen. Uiteindelijk kreeg ik mijn eigen klas, groep 3. Daar waren wel wat jaren overheen gegaan, zullen we maar zeggen.”


Je bent je duidelijk blijven ontwikkelen.
“Ja, ik wil altijd alles weten, mijn kennis vergroten, ergens induiken. Dat zit gewoon in me. Al snel werd ik gevraagd te solliciteren als IB-er. Ik kan niet ontkennen dat ik het een hele spannende stap vond, maar ik heb geen moment spijt gehad. In 2008 volgde ik de opleiding en tegelijkertijd kon ik alles wat ik leerde direct in de praktijk brengen. Ik vind het echt fantastisch werk om te doen.” 


Je glundert helemaal! Wat maakt het zo mooi voor jou, wat spreekt je aan?
“De moeilijkheden tot een goed einde brengen. Dat is echt waar het bij mij om draait. Zorgen dat ieder kind krijgt wat hij of zij nodig heeft en ouders daarin meenemen. Dat is soms nog het meest ingewikkeld. Samen moet je een doel bereiken in het belang van het kind. De consequenties accepteren is soms best lastig voor kinderen, ouders en collega’s. Dat snap ik ook heel goed. Ik vind het mooi om van betekenis te zijn.”


Sta je als IB-er met name in contact met de kinderen?
“Nee, het is veel breder dan dat. Dat maakt het voor mij extra leuk. Ik denk mee met collega’s, we sparren onder andere over het bieden van de juiste zorg. Maar ook het benaderen van externe partijen is een belangrijke rol. Je bouwt eigenlijk een netwerk om je heen, waarna je met elkaar het beste voor het kind probeert te bewerkstelligen. Ik vind het mooi om van betekenis te zijn.”

"Zorgen dat ieder kind krijgt wat hij of zij nodig heeft."

 

Je vervangt ook IB-ers op andere Sophiascholen. Hoe bevalt dat?
“Klopt! Ik heb de eerste helft van het schooljaar een zwangerschapsverlof van een IB-er in Lisse vervangen en op dit moment in Katwijk. Dat is een mooie uitdaging voor mij en een goede oplossing voor de betreffende teams. Het werk is inhoudelijk hetzelfde, maar een groot verschil is dat ik niet iedereen ken en niet iedereen mij kent. Heeft ook voordelen hoor, er is dus ook geen geschiedenis met ouders opgebouwd en dat maakt het soms net even makkelijker om situaties aan te kaarten. Maar over het algemeen vind ik het fijn als ik mensen en situaties door en door ken. Dat voelt gewoon lekkerder. Nu is het dus belangrijk dat ik me nog meer verdiep in de kinderen. Ik wil gewoon alles eruit halen, dat staat bovenaan.”


Hoe verdiep je je daarin?
“Ik bespreek veel met collega’s, van thuissituaties tot analyses uit het leerlingvolgsysteem. Alles komt voorbij, waardoor ik steeds meer handvatten krijg. Ik vind dat belangrijk, omdat je dan goed weet wat een kind of groep nodig heeft. Soms lukt dat op school, maar er zijn ook situaties waarbij het kind beter past binnen een andere onderwijsvorm. Eén van de leerlingen paste bijvoorbeeld beter binnen het SO, gezien de ernstige problematiek, waardoor het leren en de omgang met klasgenoten niet vanzelfsprekend verliep. In een verwijzingstraject is wederzijds vertrouwen met ouders en school van groot belang. Natuurlijk los je met een overstap naar het SO niet meteen alles op voor het kind en ik weet dat deze leerling het nog steeds lastig heeft, maar ik weet zeker, dat ik er, samen met mijn collega’s, alles aan heb gedaan om het kind perspectief te bieden en een fijnere, passende leeromgeving. We steken daar veel energie in.”


Heb je nog een voorbeeld dat je extra bijblijft?
“Ooooh, hoeveel wil je er hebben? Ik begeleid al negen jaar een leerling met gehoorproblematiek. Twee keer per week mag ik met deze leerling werken en hem begeleiden. Zo mooi om te zien welke stappen je samen zet. Ook ikzelf maak een ontwikkeling door. Ik heb bijvoorbeeld heel veel geleerd door het contact dat ik had met Auris, het zoeken van de juiste instanties, de communicatie met ouders. Ja, het is een mooi en veelzijdig vak.”


Volgens mij steek je er ook veel tijd en energie in.
“Zeker, dat doe ik graag. Er is veel te doen en vind het fijn goed voorbereid te zijn. Ik heb er ook de ruimte voor. Onze drie kinderen zijn het huis uit, dus ik kan zonder veel geregel gaan en staan waar ik wil.” Marja laat me trots een foto zien. “Kijk, dit zijn mijn drie kleinkinderen en de vierde is onderweg. Mooi hè.” Een vrolijke tweeling en een blij klein mannetje kijken me aan.


Prachtig! Zie je ze veel?
“Ja, wekelijks. Ik pas geen vaste dag op, maar doe veel leuke dingen met ze op mijn vrije dag. Daarnaast wandel en fiets ik graag en ben ik altijd wel met iets creatiefs bezig. Ook ben ik secretaris bij de Sportraad, notuliste bij de Noordwijkse IJsclub, gastvrouw bij De Muze en ben ik actief als vrijwilliger in de kerk.”


Wow, druk, druk, druk. Je lijkt een vrouw zonder wensen…
“Nou, toch heb ik nog wel mijn dromen hoor. Eén daarvan is me laten opleiden tot uitvaartleider. Van betekenis zijn voor mensen in zo’n moeilijke tijd, dat lijkt me erg waardevol.”


Dat zorgzame lijkt de rode draad in jouw leven.
“Daar zou je weleens gelijk in kunnen hebben…”